h

Pleidooi voor een eerlijke en effectieve klimaataanpak Wel de lasten en niet de lusten?

13 april 2021

Pleidooi voor een eerlijke en effectieve klimaataanpak Wel de lasten en niet de lusten?

Foto: SP

Omdat we zien dat er duurzaamheidsmaatregelen getroffen moeten worden en dat we vinden dat deze kosten eerlijk verdeeld moeten worden hebben we een initiatief nota geschreven voor de Udense gemeenteraad.

 

Introductie
Het klimaatprobleem is van ons allemaal en kan ook alleen maar opgelost worden als we met zijn allen het idee hebben dat de aanpak eerlijk én effectief is. Willen we dat als lokale overheid bevorderen of blijven we ‘op afstand’ toezien hoe ‘de markt’ dit belemmert? Het is voor alles een
politieke keuze waar we voor staan.
In Nederland willen we de achterstand in het opwekken van duurzame energie inhalen en liefst in 2030 en zeker in 2050 energieneutraal zijn. Ambitieuze programma’s, zoals de Regionale energiestrategie, waarin de doelstellingen van het klimaatakkoord zijn vertaald naar regio’s, moeten
ons helpen om dat te halen. De energiegiganten, die nu al hun kansen grijpen, kunnen rekenen op maximale steun van de overheid in de vorm van subsidies en medewerking in de vaak zeer grootschalige projecten. Helaas heeft die snelheid een keerzijde. De burger is vaak de dupe, omdat te
weinig rekening wordt gehouden met de belangen van de omwonenden. Onze overheid schept te weinig mogelijkheden om de burgers te helpen. Komt dat door onvermogen of is dat een keuze? Wij denken het laatste. Eigenaarschap zou een antwoord kunnen zijn, maar dat wordt niet als
vanzelfsprekend gerealiseerd.
In deze notitie wordt gepleit voor energieopwekking van, voor en door de gemeenschap, waardoor de burger niet alleen deelt in de lasten, maar ook in de lusten daarvan. 

Wat is er aan de hand?
Jan Rotmans, hoogleraar transitie en duurzaamheid weet zeker dat bijna 80% van de Nederlandse zonneparken in buitenlandse handen is1. Is dat zo erg, kun je je afvragen. Immers Nederland is een klein landje en je kunt niet alles in eigen huis hebben of houden. Rotmans vindt van wel. Onze
subsidies zijn een dankbare melkkoe voor deze investeerders en bovendien lekken de rendementen weg naar het buitenland. Buitenlandse investeerders verdienen veel geld, dat eigenlijk bedoeld is voor de regio.
Bijzonder onwenselijk zeggen ook Tweede Kamerleden verschrikt als ze horen dat buitenlandse bedrijven onze zonneparken massaal opkopen. Het draagvlak staat onder druk en ook het streven naar 50% lokaal eigendom, zoals het klimaatakkoord beoogt, wordt vrijwel nooit gehaald. De huidige
praktijk is dat slechts 4% van de energie geproduceerd wordt door lokaal in eigendom zijnde zonneparken. Om het tij te keren stelt het Tweede Kamerlid Harbers (VVD) voor om de subsidieregeling aan te passen, zodat gewaarborgd wordt dat de helft van een energieproject lokaal eigendom is. Makkelijk gezegd, maar hoe ga je op voorhand de uitzondering maken voor projecten waar lokaal niet de helft in eigendom heeft of dreigt te gaan krijgen?
Het gaat vrijwel altijd om een grote lappen grond1. Daarom krijgen  landeigenaren, meestal boeren, wekelijks projectontwikkelaars over de vloer. Zij bieden grof geld, € 8.000 tot wel €10.000, - per hectare per jaar voor een 20-jarige pachtcontract. Heel wat lucratiever dan de grond inzetten voor het verbouwen van groente of als weide voor het vee. Een eerlijke prijs voor het product zou de grondbezitter nog op andere gedachten hebben kunnen brengen. Als consument én als groot
winkelbedrijf is hier echter nog een wereld te winnen.

Brouwer, oprichter van GroenLeven en leverancier van zonneparken, zag de markt de afgelopen 10 jaar veranderen. “In Nederland vinden we een goede landschappelijke inpassing belangrijk. We zijn een klein en drukbevolkt land en grond is schaars. Voor buitenlandse ontwikkelaars heeft landschappelijke inpassing geen prioriteit. Burgerparticipatie of inwoners laten profiteren vinden ze onbelangrijk, waarschijnlijk zelfs niet wenselijk. Het optreden van deze energiecowboys zet veel kwaad bloed. Burgers hebben het gevoel dat over hun belangen wordt heen gewalst”. “Die gasten hanteren de botte bijl en gedragen zich als een olifant in de porseleinkast”, stelt ook Tamminga van het Nederlandse Solarfields, eveneens een grote speler op de markt. “Zij bederven het imago van de
te goeder trouw zijnde bedrijven”.
Naast de hierboven beschreven specifieke ontwikkelingen over eigendom en profijt bij zonneparken en windmolens is ook duidelijk dat de verdeling van lusten en lasten over de hele klimaataanpak niet eerlijk verloopt. Zo toonde CE Delft aan dat in de praktijk huishoudens met lagere inkomens het minst profiteren van klimaatsubsidies en het meest betalen voor de klimaataanpak.
Regionale energiestrategie
De overheid handelt niet altijd adequaat genoeg. Vattenfall en anderen bouwden in de polder van Wieringermeer 99 windturbines met een hoogte van 177 m. Hiervoor heeft de Nederlandse overheid 660 miljoen subsidie verstrekt. Ondanks dat voor 370.000 huishoudens stroom kan worden
opgewekt, gaan hier vrijwel uitsluitend Microsoft’s en Google’s datacentrum van profiteren.
Bezwaren van omwonenden en belangenorganisaties worden door Vattenfall doorgeschoven naar de overheid. Zij hebben immers toestemming voor de bouw verleend. Het park draait inmiddels op volle
toeren. Bang dat het draagvlak is aangetast door negatieve berichtgeving rond Wieringermeer is de provincie Noord-Holland niet. Dankzij de RES kunnen burgers en lokale overheid nu meebeslissen is het idee. In
Wieringermeer was het echter juist de gemeente, die de bouw van energiepark en datacenters mogelijk maakte. Kwam de RES hier te laat of functioneert de burgerparticipatie niet?
Vlak bij de Amsterdamse wijk IJburg dreigen 17 200 m hoge windturbines te worden gerealiseerd. Zeer tegen de zin van duizenden bewoners van IJburg. Hoezo draagvlak? Draagvlak speelt wel een rol, maar is volgens de Groenlinks wethouder Van Doorninck niet het enige dat telt in de
besluitvorming. Ze kijkt in deze situatie vooral naar de opgave volgens de RES!
Wat is de Regionale Energie Strategie (RES) eigenlijk? Nederland is verdeeld in 30 regio’s die elk voor zich een plan maken om te komen tot voldoende duurzame opwekking van energie en warmte om voor de eigen regio de doelstellingen uit het klimaatakkoord te halen. De RES is een instrument om
met maatschappelijke betrokkenheid te komen tot regionale keuzen voor:
- de opwekking van duurzame elektriciteit, - de warmtetransitie in de gebouwde omgeving en - de daarvoor benodigde opslag en energie infrastructuur. 
De RES is ook een manier om de samenwerking tussen alle regionale partijen (overheden en maatschappelijke organisaties) te organiseren in voorbereiding op concrete projecten die voortkomen uit de RES.
Het zal nog een hele opgave worden om alle plannen van elke regio afzonderlijk tot een geheel te smeden. Een handicap is bovendien dat in de plannen van de RES de industrie en het verkeer; veruit de belangrijkste energieverbruikers, niet worden meegenomen. Jammer ook dat energiebesparing in de RES niet dezelfde aandacht krijgt. Als daar vol op ingezet zou worden zou de opgave een stuk lager kunnen zijn.
Om het draagvlak van de plannen bij de inwoners te vergroten moeten de lusten, lasten én de zeggenschap eerlijk worden verdeeld. Inwoners en lokale bedrijven moeten in de eerste plaats een stem krijgen en in de tweede plaats financieel beter worden van wind- en zonnepark bij hen om de hoek.
In het klimaatakkoord wordt voorgesteld, en in de RES door middel van een handreiking overgenomen, om te streven naar 50% lokaal eigenaarschap. Naar ons idee is dat boterzacht. “Een handreiking, waarin een streven wordt uitgesproken” biedt geen enkele garantie dat de doelstelling
voor dat eigenaarschap ook wordt gehaald. Toegegeven, er zijn voorbeelden, waar 50% lokaal eigenaarschap wordt gehaald7. Maar, eerder is al aangegeven, dat momenteel nog slechts 4% van de energie wordt opgewekt, door parken met lokaal eigendom.
De kracht van de vrije markt is nog lang niet uitgespeeld. Aan de ene kant hebben de energiecowboys vrij spel en worden ze door subsidies (gemeenschapsgeld!) enorm geholpen. Aan de andere kant hebben de inwoners alleen maar last van de aantasting van het landschap en zitten ze
tegen torenhoge windturbines of voetbalvelden vol zonnepanelen aan te kijken. Soms worden ze zelfs ziek van laagfrequent en/of infrasoon8 geluid en slagschaduw. In Wieringermeer hebben we bovendien gezien, alle goede bedoelingen ten spijt, dat 370.000 huishoudens niets zijn opgeschoten
met de duurzame opwekking van energie in hun gemeente. Bovendien: als de nieuwe energieopwekking grotendeels in handen van commerciële multinationals is, zullen de tarieven niet vanzelf omlaag gaan. Er moet immers winst gemaakt worden. 
Vele energieparken staan nog op stapel. De RES’en in het land staan er bol van. Het is de hoogste tijd om ons af te vragen of we de burgerparticipatie (lees: zeggenschap en profijt) wel goed geregeld hebben, willen we niet op elk vrij stukje grond zonneparken en windturbines zien verschijnen.
Heft in eigen hand en privatisering terugdraaien.

Wat in onze ogen gemist wordt is een overheid die verantwoordelijkheid neemt. Die de belangen van haar burgers in het oog houdt en bewaakt. Een overheid die minder bezig is met het goede sier maken met ‘megaprojecten’. Annemieke Diekman gaf in 2017 al aan, dat overal in de wereld privatisering wordt teruggedraaid. We zien het in het vervoer en in de gezondheidszorg. Of het nu gaat om water- en energiebedrijven,
zwembaden of catering van scholen, ze komen langzamerhand weer terug in handen van de overheid. Dicht bij de burgers vervullen gemeenten een sleutelrol.
Jan Winde schreef in het blad Binnenlands Bestuur over: ”The Future is Public”. We kunnen veel leren van voorbeelden uit het buitenland, waar publieke taken weer in overheidshanden worden genomen. Nederland steekt schraal af ten opzichte van het buitenland. We zien daar niet alleen dat veel geprivatiseerde diensten weer in overheidshanden komen, maar ook dat deze voordeliger en vooral ook duurzamer geleverd kunnen worden. Een conclusie uit een studie van het Transnational Insitute (TNI) is dat marktwerking op langere termijn niet voordeliger is, maar leidt tot uitholling van vakmanschap en kwaliteit van dienstverlening. Je moet je dan op een bepaald moment gaan afvragen in hoeverre een (buitenlands) bedrijf continuïteit van de verleende diensten tot in lengte van jaren kan garanderen en dan nog tegen een redelijke prijs en kwaliteit. De afhankelijkheid voor
cruciale diensten of voorzieningen is ook een reden om niet de markt op te zoeken. Hebben we niet geleerd van de coronacrisis, waar juist door marktwerking enorme tekorten bleken in medische middelen en bijvoorbeeld ziekenhuisbedden? En dat dreigt nu weer met vaccins!
Tot nu is de discussie steeds gevoerd over de meer technische aspecten van de energietransitie. De situatie in Groningen met de gaswinning leert ons voor alles dat de gevolgen van energieopwekking mensen raakt. Te vaak worden grote energieprojecten van boven afgedwongen of ondanks grote weerstand van de omgeving gerealiseerd. De weerstand is begrijpelijk, omdat de winsten naar de projectontwikkelaars, de energiegiganten en een enkele (groot)grondbezitter gaan, terwijl de
rekening betaald wordt door de belastingbetaler en meer direct door de omwonenden van de parken. Willen we dat de energietransitie een kans maakt, dan moeten we de lasten en de lusten rechtvaardig verdelen.
Om een succesvolle transitie te bereiken moeten twee zaken goed geregeld zijn. Het eerst is een stem en het tweede is eigenaarschap voor omwonenden. Beide kunnen gerealiseerd worden, wanneer omwonenden in groten getale aandeelhouder worden in het park. De belangstelling van
omwonenden om financieel deel te nemen aan energieparken om de hoek achten wij niet erg groot, laat staan in een zodanige omvang dat minimaal 50% eigenaarschap gerealiseerd wordt. Aangezien een stem en eigenaarschap aan elkaar gekoppeld zijn lijkt ons dat dan ook een doodlopende weg. 

Energiecoöperaties kunnen een belangrijke rol vervullen. Traditioneel organiseren zij de burgerparticipatie. In Uden zagen we echter een coöperatie, met veel leden, die werd opgeheven, toen een groot zonnepark op hun weg kwam. Voor alles hebben we op dit moment continuïteit nodig. In onze opvatting kan vooralsnog alleen de overheid die leveren. De enige werkzame oplossing is in onze optiek een energiebedrijf, waarin de overheid namens de gemeenschap, het voor het zeggen heeft. Het kan een lokaal, regionaal of een provinciaal bedrijf zijn, afhankelijk van de schaal waarop gewerkt wordt.
Aardige opsteker is, dat volgens de eerdergenoemde TNI studie in Duitsland in de laatste jaren meer dan 280 energiebedrijven zijn gedeprivatiseerd. Dat overheden van ‘’Europa’’ geen eigen energiebedrijf zouden mogen opzetten is achterhaald. In Hamburg werd door de overheid een nieuw energiebedrijf gestart, dat in enkele jaren de energievoorziening fors kon verduurzamen en dat in samenwerking met meer dan 100.000 inwoners.
De belangrijkste functies van het energiebedrijf in het aandachtsgebied (lokaal, regionaal of provinciaal), zoals wij die zien, zijn:
- het organiseren van de duurzame energieopwekking in het aandachtsgebied, en voor zover niet strijdig met de overige functies, de samenwerking met marktpartijen organiseren,
- organiseren van zeggenschap voor de gemeenschap in het algemeen en direct omwonenden in het bijzonder,
- verdelen van de lasten en lusten van de energieopwekking in het aandachtsgebied,
- beheren van subsidiestroom,
- beheer en (mede)eigendom van de middelen, waarmee energie wordt opgewekt,
- beheren van het rendement van de energieopwekking. Dat rendement komt in alle gevallen ten goede aan de gemeenschap: direct door lagere tarieven of indirect door minder klimaatoverlast.

Een belangrijke functie van het eigen energiebedrijf zal zeker ook de samenwerking met andere door de overheid geïnitieerde energiebedrijven zijn om de samenhang in oplossingen te bevorderen.

Tot slot
Een groot filosoof zei eens: ”Zij die iets willen vinden een reden en zij die niets willen zoeken een excuus”. De excusen zijn op. Deze opinienota hebben we niet geschreven om een mooi debat te voeren en vervolgens weer verder te gaan met de praktijk van alledag. We willen dat er echt wat
verandert en dat de RES van Brabant Noordoost het niet alleen bij ‘streven’ laat.

We willen:
 zeggenschap voor onze inwoners,
 een effectieve duurzame energieopwekking en –distributie en
 een eerlijke verdeling van lusten en lasten.

Het is aan ons, lokale politici om daar een start mee te maken. Met minstens 50%, maar liefst 100% lokale eigendom. Wordt de RES van Brabant Noordoost misschien wel de mooiste, de eerlijkste en de
meest ambitieuze van het hele land? Wat ons betreft wel…

SP-fractie Uden 29-1-2021

Bronnen

1 Brabants Dagblad van 16 januari 2021, artikel van Paolo Laconi
2 Brabants Dagblad van 17 januari 2021, artikel van Paolo Laconi
3 Wie profiteert van klimaatbeleid? Onderzoek door CE Delft, 2017
4 Rechtvaardigheid en inkomenseffecten van het klimaatbeleid- De impact van het klimaatbeleid op de
inkomensongelijkheid. Onderzoek door CE Delft, 2017
5 Klimaat en energie van 30-09-2020, artikel van Heleen Ekker en Windpark Wieringermeer 10-06-2020 door
IJsselmeervereniging
6 Rapportage IJburg in Volkskrant van 6-01-2021, artikel van Noël van Bemmel
7 Zonnepark Fledderbosch in Ten Boer Groningen
8 Trouw van 23-06 2017, artikel van Annemiek Diekman
9 Jan de Laat van LUMC publiceert binnenkort de resultaten van een onderzoek naar geluid bij windmolens,
maar zie ook artikel van dorpsbelang Schipborg van 7-9-2013
10 Binnenlands Bestuur van 15-05- 2020, artikel van Jan Winde
11
The Transnation Institute (TNI) is een internationaal researchinstituut, opgericht in 1974 in Amsterdam, dat
een rechtvaardige, democratische en duurzame wereld promoot. Rapport: “Reclaiming Public Services” van
Kishimoto, Petitjean en Steinfort van 23-06-2017.
Daarnaast is geput uit:
- De website van het nationale programma Regionale Energie Strategie, waaronder de factsheet:
”Samenwerking markt en overheid in de RES”
-
-
“Duurzame energie voor Oss”, van Tonies en Geerts van december 2017
“Energiedemocratie voor Groningen” van Serbanescu-Kele, zomer 2017

U bent hier